Partners

wij steunen
renske van beek

                                                  

“Na mijn herseninfarct voelde ik me anders dan anderen. Ik kon door mijn hersenletsel niet meer zo goed meekomen, was wat onhandig en kon me niet zo goed concentreren. Van een scorende spits degradeerde ik in mijn hockeyteam ineens tot een keeper die het moeilijk heeft met hoge ballen. En ja, er werd over me gepraat achter mijn rug om. Ik sloot mezelf steeds meer af, maar meer en meer groeide ook het gevoel: ik zal jullie eens laten zíen wat ik nog kan! 


Renske (rechts) tijdens één van haar eerste snowboardvakanties

ONGELUK
Toen ik op mijn vijftiende een fietsongeluk kreeg, ontstond gek genoeg voor het eerst een sportief doel: ik wilde zo snel mogelijk revalideren, want het jaar erop moest ik wel weer mee op wintersportvakantie. Snowboarden, dáár leefde ik voor. Daar kon ik een heel jaar voor trainen, kon ik me helemaal in verliezen. Waarom? Ik was er goed in! Het was iets waarin ik kon uitblinken. Ik was ineens als eerste beneden. Snowboarden ging – en gaat – prima met mijn handicap.

TOPSPORT
Bij toeval ontdekte ik de topsportwereld van paralympisch snowboarden. Met wedstrijden, trainingen en een team waar ik me bij mocht aansluiten. Ik had mezelf een weg gepionierd door sport en school, maar nu hoefde ik het wiel níet zelf uit te vinden, kon ik het pad volgen dat anderen hadden uitgezet. Dat was even heerlijk. Maar al snel werd duidelijk: ook hier moet ik zelf uitzoeken wat goed voor me is. Want niemand heeft dezelfde handicap. Ik heb niet alleen een been en arm die niet goed functioneren, maar ook nog dat niet-aangeboren hersenletsel. Je ziet er niks van, maar ik heb het wel. Ik kan het wel negeren, maar dan komt het keihard terug in trainingen en wedstrijden.


Renske in actie op de banked slalom in SnowWorld Landgraaf.

Gelukkig ben ik geen volgzaam schaapje. Dat kan ik niet. Ik móet een pionier zijn. Dat ben ik altijd al geweest. Voor mijn kleine broertjes en zusje, op school, in mijn studies, in mijn werk en in mijn leven. Keer op keer wilde ik bewijzen dat ik iets wél kan, als de hele wereld zegt van niet. Daardoor ben ik geworden wie ik ben, ben ik gekomen waar ik nu sta. Als mens en als snowboarder. Vierde plaatsen op wereldkampioenschappen en Paralympische Spelen; ik hoor bij de wereldtop.

AMBITIE
Ik heb twee keer aan de Paralympische Spelen mee mogen doen. Een medaille zat er zowel in Pyeongchang (2018) als Beijing (2022) helaas niet in. Het had een fantastische bekroning geweest van mijn topsportcarrière, maar slecht een stapje naar mijn droom. Die is veel groter. Een paralympische medaille zou mijn verhaal nóg meer kracht bijzetten, maar is niet leidend.


Anderen inspireren, leren en motiveren tijdens ons eerste Adaptive Board Chicks trainingskamp.

PIONIER
Veel belangrijker nog dan welke medaille ook, is dat ik een voorbeeld wil zijn. Ik weet hoe het is om je machteloos te voelen; ik heb diepe dalen gezien. En door het snowboarden heb ik ingezien dat ik wél iets kan; dat ik wél ergens goed in kan zijn. Ik wil anderen laten zien dat ik hetzelfde heb meegemaakt en zij ook – mét hun handicap – van alles kunnen bereiken. Ik wil het pad voor ze uitzetten, zodat zij heel even een volgzaam schaapje mogen zijn. Om daarna, zelf als pionier, te kunnen stralen.

Tekst: Robin Wubben/ParaWatcher

MIJN PARTNERS